Veelgestelde vragen opleiding brug- en sluisoperator
Hieronder staan per onderwerp de veelgestelde vragen over de opleiding brug- en sluisoperator. Staat jouw vraag hier niet tussen? Kijk dan in de studiegids voor meer informatie of neem contact met ons op.
Algemene vragen over de opleiding
Haven- en vaarwegbeheerders kunnen hun medewerkers inschrijven via ons inschrijfformulier. Ook als particulier is het mogelijk je via dit formulier in te schrijven.
Praktische vragen over de opleiding
Met lesdagen worden de dagen bedoeld waarop je met een docent het lesboek en werkboek inhoudelijk bespreekt. Ook is er uitgebreid aandacht en ruimte voor vragen en discussie.
Vragen over de vooropleiding
Elke cursist volgt de vooropleiding voor aanvang van de opleiding brug- en sluisoperator. Wanneer je niet in het bezit bent van een klein vaarbewijs 1, volg dan de vooropleiding. Ben je wel in het bezit van een klein vaarbewijs 1, volg dan de vooropleiding naar eigen inzicht.
Vragen over de basisopleiding
In de basisopleiding leer je hoe je één eenvoudige brug of sluis lokaal kan bedienen met een handmatige, eenvoudige knoppenkast tot bediening per computer (SCADA-scherm). Het gaat hierbij om vaarwegen met gemiddeld laag tot middelmatig gebruik door recreatief scheepvaartverkeer. De bezetting bestaat uit één operator. Er wordt geen of in zeer beperkte mate gebruik gemaakt van technische hulpmiddelen. Er is geen sprake van watermanagementtaken en kennis over gevaarlijke stoffen is niet vereist. Het object kan eenvoudige onderhoudstaken hebben.
Er wordt kort ingegaan op het op afstand bedienen van een enkel object. Deze informatie is bedoeld voor cursisten die kleine, recreatieve bruggen op afstand bedienen. In het examen worden hier geen vragen over gesteld.
Vragen over opleiding 1
In opleiding 1 leer je hoe je één of meerdere lokale bruggen of sluizen kan bedienen met een eenvoudige knoppenkast of per computer (SCADA-scherm). Het gaat hierbij om vaarwegen met voornamelijk recreatief scheepsvaartverkeer tot beperkt beroepsverkeer. De bezetting bestaat meestal uit één operator. Er wordt gebruik gemaakt van technische hulpmiddelen (zoals camera’s/monitorbeelden, marifoon of omroepsystemen). De operator voert eenvoudige watermanagementtaken uit. Kennis over gevaarlijke stoffen is niet vereist. Onderhoud aan het object wordt vrijwel altijd uitbesteed.
Vragen over opleiding 2
In opleiding 2 leer je hoe je meerdere lokale, centrale of op afstand bedienbare bruggen of sluizen kan bedienen met een computer (SCADA-scherm). Het gaat hierbij om vaarwegen met voornamelijk gemiddeld normaal tot intensief recreatief en/of beroepsscheepsvaartverkeer. De bezetting bestaat meestal uit meerdere operators. Er wordt gebruik gemaakt van volledige ondersteuning van technische hulpmiddelen (zoals camera’s/monitorbeelden, marifoon, omroepsysteem, informatie- en volgsysteem voor de scheepvaart). De operator voert watermanagementtaken uit en kennis over gevaarlijke stoffen is vereist. Onderhoud aan het object wordt uitbesteed.
Vragen over opleiding 3
In opleiding 3 leer je hoe je lokale, centrale of op afstand bedienbare bruggen of sluizen kan bedienen met een computer (SCADA-scherm). Het gaat hierbij om vaarwegen met normaal tot intensief beroeps- en/of recreatieverkeer. Er worden hoge eisen gesteld aan het veilig en vlot afwikkelen van het vaarwegverkeer. De bezetting bestaat uit meerdere operators en/of leidinggevenden. Er wordt gebruik gemaakt van volledige ondersteuning van technische hulpmiddelen (zoals camera’s/monitorbeelden, marifoon, omroepsysteem, informatie- en volgsysteem voor de scheepvaart). De operator voert watermanagementtaken uit en kennis over gevaarlijke stoffen is vereist. Onderhoud aan het object wordt uitbesteed.
Opleiding 3 is voornamelijk bestemd voor objecten die door personeel van Rijkswaterstaat beheerd en bediend worden of door daaraan gelijkgestelde bedienaren in dienst van een uitzendorganisatie.
Vragen klein vaarbewijs 1 en basiscertificaat marifonie
Ja, de theorie van het klein vaarbewijs 1 volg je bij NNVO. Dit doe je voorafgaand aan de opleiding(en); wij noemen dit de 'vooropleiding: klein vaarbewijs 1'. Het examen maak je niet bij NNVO, maar bij het CBR.
Vragen over het examen
De basisopleiding, opleiding 1 en 3 rond je af met een theorie-examen én een werkboek. Opleiding 2 rond je af met een theorie-examen, mondeling examen én een werkboek. Bij de eindbeoordeling wordt de volgende sleutel gehanteerd:
- Het theorie en/of mondeling examen wordt beoordeeld met een cijfer. Bij een voldoende (d.w.z. cijfer 5.5 of hoger) heb je het examen afgerond;
- Het werkboek wordt beoordeeld met een voldoende of een onvoldoende. Bij een voldoende heb je het werkboek afgerond.