In opdracht van NNVO heeft Metis Onderwijsadvies onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de VTSO-opleiding. Voldoet de opleiding aan de hedendaagse eisen om tot vakbekwame operators te komen? En waar liggen eventuele verbeterkansen? NNVO vond het tijd voor een onafhankelijke evaluatie, omdat de laatste keer dat dit gebeurde tien jaar geleden was. Onlangs verscheen het adviesrapport. Dat leverde niet alleen aanbevelingen op, maar ook een goede beoordeling.
Metis Onderwijsadvies heeft onderzoek gedaan naar de VTSO-opleiding door gesprekken te voeren met de verschillende stakeholders, door bestudering van allerlei documenten en door het uitzetten van een vragenlijst onder recent gediplomeerde operators. Daarnaast is er naar het lesmateriaal gekeken, hebben de onderzoekers een verkeerscentrale bezocht en hebben zij een coach in actie gezien. Vooral het praktijkbezoek en de observatie waren voor Metis interessant om te ervaren wat het beroep inhoudt.
De evaluatie was gericht op de onderwijskundige constructie, zowel van de Initial Training (IT) als de Sector en Recurrent Training (ST en RT). Ook was er aandacht voor de overgang tussen de IT en ST. Hierbij zijn de ervaringen vanuit alle lagen in de opleiding meegenomen: van vaarwegbeheerders, coaches en mentoren tot cursisten, onderwijskundigen en het management. Vragen die aan de orde kwamen waren bijvoorbeeld: wat zijn de beoogde competenties, vaardigheden en/of kennisdomeinen? Hoe worden die in de opleiding uitgewerkt? Hoe wordt de simulator ingezet? En hoe is het leren op de werkplek ingericht? Daarnaast is de kwaliteitsborging onderzocht.
Realistische praktijktraining
Onderzoeker Ilona Mathijsen van Metis Onderwijsadvies: “Het viel ons op dat het trainen in de simulator heel realistisch is. Enerzijds maakt dit beroep het mogelijk om heel goed na te bootsen hoe de communicatie via de marifoon verloopt en bijvoorbeeld wat de operator op beeld ziet. Anderzijds heeft NNVO dit ook zelf goed voor elkaar. De manier waarop NNVO technologie inzet en dit doorontwikkelt, vind ik mooi om te zien. Niet alleen wat betreft het leren in de simulator, maar ook als het gaat om het online leerplatform Poseidon. Dit alles zorgt ervoor dat de overgang van de theorie naar de praktijk soepel verloopt.”
Taakgericht opleiden
Uit het adviesrapport kwam naar voren dat de VTSO-opleiding cursisten goed voorbereidt op het werk als VTSO. Met zorgvuldigheid wordt in de IT in lesmateriaal voorzien en zowel in de IT als de ST is het trainen in de simulator van toegevoegde waarde, aldus de onderzoekers in het rapport. Ilona Mathijsen: “Wat ik echter heb gemerkt in de gesprekken is dat er ontzettend veel variatie is binnen de sectoren. Van het soort gebied en het type schepen tot de drukte van het verkeer. Een VTSO doet dus niet in elk gebied hetzelfde. Toch doen alle kandidaten examen in één fictieve sector, wat niet voor iedereen relevant is.”
'Meer differentiëren naar datgene wat een operator
in de praktijk nodig heeft'
Een van de aanbevelingen is dan ook om niet alleen in de ST, maar juist ook in de IT meer te differentiëren naar datgene wat een operator in de praktijk nodig heeft. “Uiteraard blijft een stuk uniformiteit binnen de IT noodzakelijk, maar tegelijkertijd zou je in de opleiding wat verschillen kunnen aanmerken zodat er een betere afstemming komt op de specifieke werkzaamheden per sector,” legt Ilona uit. “Binnen de IT zou je een basisniveau kunnen garanderen, maar daarnaast kun je taakgericht opleiden in de vorm van flexibele opleidingsroutes. Op die manier hoeft niet elke operator zich in elke taak te bekwamen of bij te scholen.”
Kwaliteitsborging werkplekleren
Een andere aanbeveling die uit het rapport naar voren komt, is een grotere betrokkenheid van NNVO bij de kwaliteit van de ST. Bij kwaliteitsborging ligt de nadruk nu vooral op de IT en de inhoud van het vak. En dus minder op de ST. “Bij het opleiden in de praktijk, dus op de werkplek, komt best veel kijken. Ons advies is om te starten met het systematisch monitoren van de kwaliteit van de ST. Denk hierbij aan de wijze waarop mentoren hun rol vervullen. Ga na wat de mentoren nodig hebben en leidt ze hierin bewust bekwaam op,” aldus Ilona.
Opvolging door NNVO
NNVO is blij met het adviesrapport van Metis Onderwijsadvies, zo laat onderwijskundig adviseur Roos Hanemaaijer weten. “Het is fijn om van een onafhankelijk expert de erkenning te krijgen dat we een goede beroepsopleiding aanbieden. Wij gaan zeker aan de slag met de aanbevelingen, al zijn we sommige lange termijn trajecten al opgestart. We hebben onlangs een nieuw didactisch model ontwikkeld waarin wij het belang van taakgericht opleiden onderstrepen. We gaan de komende jaren het vier componenten instructiemodel (4C/ID-model) implementeren, omdat dit efficiënt aansluit bij het leerproces van cursisten en veel ruimte geeft voor differentiatie en flexibilisering. Dat is iets waar de onderzoekers ook indirect naar verwijzen. Het is wel belangrijk om het goede te blijven borgen en veranderingen door te voeren die de opleiding nog beter maken.”
Een andere aanbeveling waarmee NNVO al is gestart, is een kwaliteitssysteem voor mentoren. “We onderzoeken momenteel hoe we de mentoren beter kunnen ondersteunen in hun taken op de werkplek,” vervolgt Roos. “Ook gaan we na op welke manier we de kwaliteit optimaal kunnen borgen. De mentoren vervullen, net als de coaches in de IT, een belangrijke rol binnen de VTSO-opleiding.”