Een jaar geleden interviewden we Mathijs Ruisch, die toen bezig was met zijn opleiding tot VTS-operator. Hij vertelde over zijn ervaringen met het onderwijs bij NNVO en waarom hij voor deze opleiding had gekozen. Nu zijn we benieuwd hoe het gaat in zijn nieuwe baan en of de praktijk goed aansluit op wat hij heeft geleerd. We legden Mathijs drie vragen voor.
Hoe bevalt je baan als VTS-operator?
“Het was initieel wat wennen, maar ik voel me steeds beter op mijn plek. Ik vind het uitdagend werk dat goed aansluit op mijn vorige werkervaring als zeevarende. Het scheelt dat je al bekend bent met de terminologie en het gebruik van radar en dergelijke. Toch is het een vak apart waarbij er nog een hoop nuance komt kijken, zoals hoe je je informatie verzamelt en vooral hoe je die informatie naar de vaarweggebruiker overbrengt. Er valt nog genoeg te leren.”
Sluit de opleiding van NNVO goed aan op de praktijk?
“De opleiding was een degelijke voorbereiding op wat je in de praktijk kan verwachten. Vooral de simulatortraining vond ik een grote pre. Het communiceren met de scheepvaart in verschillende talen in korte, bondige en duidelijke zinnen wordt er goed ingebracht tijdens de opleiding. Dat te hebben gezegd zijn er nog wel verschillen met de werkvloer. Daarom volg je na de basisopleiding bij NNVO een sectortraining bij je nieuwe werkgever. In die training leer je alles over de sector waarin je komt te werken.”
Wat heb je in de praktijk nog moeten bijleren?
“Ik heb nog veel bij moeten leren. De topografie van de haven van Rotterdam is veel complexer dan wat we op de simulatortraining kregen. Ook is de verkeersintensiteit groter dan tijdens de opleiding. De sectortraining, die in de Rotterdamse haven zes maanden duurt, is dus wel noodzakelijk om alle ins en outs van de haven te leren kennen. Je traint op de drukste momenten om het verkeersaanbod het hoofd te leren bieden. Hoe ik mijn hoofd koel houd? Het is echt een kwestie van volhouden en je niet uit het veld laten slaan.”